Met ingang van 1 oktober 2012 kennen we een geheel nieuw bv-recht. Dit nieuwe recht is zowel relevant voor nieuwe bvs als voor bestaande bvs.
In deze uitgave schetsen we eerst het theoretisch kader en geven we een kort overzicht van het nieuwe bv-recht, wat dan tevens de wijzigingen aangeeft ten opzichte van het oude recht. In de vraag- en antwoordvorm gaan we in op wat het nieuwe bv-recht betekent voor bestaande bvs.
Het nieuwe bv-recht houdt niet in, noch bevat het een verplichting, bestaande statuten direct aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Dit is wel nodig als men gebruik wil maken van de nieuwe mogelijkheden die het nieuwe bv-recht biedt. Daarnaast is er een aantal nieuwe bepalingen die van dwingend recht zijn en bestaande bepalingen in de statuten overrulen.
De meest sprekende voorbeelden hiervan zijn wellicht de nieuwe regels omtrent (dividend)uitkeringen, de verantwoordelijkheden van het bestuur hierbij en de uitkeringstest. We gaan hier uitgebreid op in. We staan ook stil bij de vraag of de invoering van de flex-bv de interesse in de nv als rechtsvorm zal doen toenemen. Tenslotte laten we nog enige fiscale wetenswaardigheden de revue passeren.
Wij verwachten dat deze uitgave verder zal aantonen dat een nieuwe wet, naast verandering, aanpassing en wijziging, ook kansen, uitdagingen en nieuwe mogelijkheden biedt.
