In het havenstadje Concarneau keert wijnhandelaar Mostaguen op een avond beneveld huiswaarts na een potje kaarten in het hotel De l’Amiral. Hij wordt neergeschoten vanuit de brievenbus van een leegstaand huis. Een dag nadat Maigret ter plaatse is gekomen, verdwijnt er een tweede stamgast, Jean Servières. Zijn wagen wordt teruggevonden vol bloedsporen. Op de derde dag sterft hun kameraad, monsieur Le Pommeret, door vergiftiging. Maigret laat dokter Michoux, de vierde van het vriendengroepje, preventief gevangennemen en gaat op zoek naar de eigenaar van de magere, gele hond die telkens op de plaats van het misdrijf werd gesignaleerd
‘Ik heb deze zaak achterstevoren onderzocht’, antwoordt Maigret als inspecteur Leroy hem vraagt naar zijn methode. ‘En vooral zonder combineren en deduceren…’ De gele hond is een van de spannendste en verrassendste verhalen van Georges Simenon.
