Totaliteit en oneindigheid is het meesterwerk vande Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995). Het boek verscheen in 1961 en groeide spoedig uit tot een van de meest invloedrijke werken van de naoorlogse filosofie, waarin het denken over ethiek een nieuwe wending krijgt.
Levinas laat in Totaliteit en oneindigheid zien waarom de ethiek niet afhankelijk is van de mens als handelend ‘ik’, maar van de ontmoeting met de ander, de medemens, die als het ware intervenieert in mijn leven. Deze oneindige ander breekt in op de totaliteit van het ‘ik’. Rechtvaardigheid, barmhartigheid, respect, compassie, betrouwbaarheid, al deze ethische waarden zijn geen zaken die ik uit mijzelf ‘doe’, maar ze vormen een antwoord op de verschijning, telkens weer, van deze andere mens. Levinas concretiseert deze verschijning onder meer door een fenomenologische analyse uit te voeren van wat er gebeurt wanneer ik met het gezicht van de ander geconfronteerd wordt. De weerloosheid van dit andere gelaat doet een beroep op mijn verantwoordelijkheid.