Voor het veerkrachtig blijven in een beroep zijn er tal van gebruikelijke adviezen te geven. Die worden in dit boek ook op een rij gezet. Leraarschap zal steeds meer gerealiseerd worden in Brede scholen waar onderwijs en opvang samengaan. Vanuit het oogpunt van actuele opvoedingsproblemen kan daar de beste kwaliteit bereikt worden, zeker als Brede scholen georganiseerd worden als coöperaties. Daar kan elke medewerker gezien worden als een kracht die een rol speelt en een taak heeft in het leren van kinderen.
De term 'leerkracht' wordt niet beperkt tot het beroep van leraar. Dat beroep krijgt wel veel aandacht. De kern van leraarschap is namelijk de laatste decennia systematisch gebagatelliseerd waardoor het beroep ondermijnd werd. Deze kern is dat leraarschap kennis van, inzicht in en ambitie voor vakinhouden (cultuur) veronderstelt. Naast het frontale lesgeven zijn er tal van andere didactische werkvormen, maar deze veronderstellen evenzeer leerstofbekwaamheid. Deze bagatellisering heeft het beroep overgeleverd aan de ene vage optie na de andere.
De kwaliteit van een Brede school hangt juist af van de gezamenlijke kracht van de leerprocessen in en vanuit de school. Het goede gevoel om kinderen waardevolle dingen te leren (onderwijskundig en pedagogisch) moet weer hoofdzaak worden. Arbeidsvoldoening en uithoudingsvermogen nemen toe. Voor het werken aan onderlinge veerkracht is werkinstrumentarium opgenomen.
