De vrije verzen van Wang Jiaxin
zijn bedrieglijk eenvoudig en
kristalhelder, en zoals kristal een heel
kleurenspectrum verspreidt wanneer
je het draait in het licht, zo heeft de
poëzie van Wang Jiaxin een hele
reikwijdte aan betekenissen. In een
eigen, rustige stijl ontvouwt hij zijn
visie op de verhouding van het individu
tot de samenleving, de geschiedenis,
het lot, de mensheid. In de schaduw
van verleden en heden zoekt hij naar
waarheden, grote en kleine, vanuit
de directe ervaring. Al spelen zijn
gedichten vaak in de winter, ’s nachts
of in het duister, Wang Jiaxin ziet toch
aan de andere kant de zon. Of staat hij
altijd in een dageraad, maar één die
niet altijd rooskleurig is?
De Chinese dichter WANG JIAXIN
(1957) werd, zoals zovelen van zijn
generatie, tijdens de Culturele
Revolutie naar het platteland gestuurd
voor ‘heropvoeding’. Twee jaar na
de dood van Mao Zedong kon hij, in
1978, alsnog Chinees gaan studeren
aan de universiteit van Wuhan. In 1985
publiceerde hij zijn eerste dichtbundel.
Hij schopte het uiteindelijk tot
redacteur, essayist, criticus, literair
vertaler en hoogleraar Chinese
letterkunde. Sinds die eerste bundel is
hij gestaag blijven publiceren, won hij
vele nationale en internationale prijzen
en nam deel aan vele poëziefestivals
over de hele wereld. Hij is geroemd
om zijn Chinese vertalingen van onder
anderen Paul Celan, Marina Tsvetajeva,
Federico García Lorca en Osip
Mandelstam.
Deze overzichtsbundel van het
werk van Wang Jiaxin kwam tot
stand onder de redactie van SILVIA
MARIJNISSEN (1970), vertaalster van
Chinese literatuur, onder meer van
romans van Mo Yan en Chang Eileen,
van moderne poëzie van Jidi Majia,
Yang Mu, Ye Mimi, Hsia Yu, Shang
Ch’in, Duoduo en Chen Li en van
klassieke landschapspoëzie.