Met deze bundel gedichten kom je in contact met het zondagskind, de dichteres en levenskunstenares Silverder (pseudoniem van Silvia Bartelds-Hupkes, Deventer 1962). Dit is haar derde bundel en bevat 62 gedichten met zes illustraties van kunstwerken van de kunstenaar Mahof. De teksten komen in één keer op mediamieke wijze aan haar door en behoeven meestal weinig correctie of bewerking.
Kenmerkend voor haar werk is dat de gedichten over het algemeen kort zijn, waarbij een herhaling van het begin een cirkelbeweging in het gedicht doet ontstaan, als een eigentijdse mantra. Thema’s zijn liefde, natuur, leven en dood, spiritualiteit, balans, vrijheid en eeuwigheid. Zij houdt van intens contact met mensen en natuur en die ontmoetingen inspireren haar tot dit werk. De lezer zal merken dat het aanspreekt op de eigen levensweg en je daardoor soms verward of soms verlicht achterblijft.
Behalve dichteres is Silverder ook schilderes, gevestigd in een eigen galerie-atelier Engelrijk in Wijhe. Enkele gedichten zijn verworden tot schilderij-gedichten die op grote panelen zijn verwerkt met ei-tempera en bladgoud (ikoontechniek).