Autonomie-gehechtheidsschaal (AGS 30) - scoreformulieren

De Autonomie-Gehechtheidsschaal (AGS-30) is bedoeld om de mate van autonomie-gehechtheid (zelfsturend vermogen in verbondenheid) vast te stellen bij adolescenten (vanaf 16 jaar) en volwassenen. Hechting en autonomie zijn elementaire onderdelen van een gezonde identiteitsvorming en van belang voor tal van levensterreinen, zoals gezondheid, opleiding, werk en relaties. Aan verschillende psychische stoornissen en andere vormen van onwelbevinden ligt dan ook hechtings- en/of autonomieproblematiek ten grondslag.

De AGS-30 is inzetbaar in de (jeugd)GGZ bij de diagnostiek van achterliggende problematiek bij tal van DSM-stoornissen. Het instrument kan ook gebruikt worden om therapie- of trainingseffecten te evalueren en voor wetenschappelijk onderzoek.

De AGS-30 bevat de volgende schalen:
* Zelfbewustzijn ( het vermogen om zich bewust te zijn van eigen meningen, wensen en behoeften en om deze te uiten in sociale interacties);
* Gevoeligheid voor anderen (gevoeligheid voor de meningen, wensen en behoeften van anderen, empathie, het vermogen tot en behoefte aan intimiteit of separatie);
* Vermogen om nieuwe situaties te hanteren ((on)gemak in nieuwe situaties, flexibiliteit, exploratiegeneigdheid en afhankelijkheid van vertrouwde structuren).