Ogenschijnlijk heeft de Zwolse advocaat Arend Terpstra zijn leven goed op orde. Maar dan raakt hij, onverwacht en onvermijdelijk, alles wat hij zo zorgvuldig heeft opgebouwd kwijt: zijn werk, de vrouw die hij adoreert en zijn huis. Langs een weg van seks, drugs en rock-'n-roll gaat hij op zoek naar vrijheid en liefde voor zichzelf. Met hulp van een wijze vriend krijgt hij inzicht in zijn patronen en leert hij van zichzelf te houden. Daarbij komt hij tot de ontdekking dat zijn leven op drijfzand was gebaseerd omdat hij vooral zocht naar dingen die buiten hem lagen.
Het verhaal geeft een portret van een man die door groot lijden gaat, maar bereid is om steeds te kijken naar zijn eigen aandeel in wat hem overkomt. Op zoek naar God maakt hij kennis met onder andere tantra, sjamanistische rituelen, bewustzijnsverruimende medicijnen, meditatie en non-dualiteit.
De roman beschrijft een werdegang met klassieke thema's: de balans tussen overgave en verantwoordelijkheid nemen, overvloed en tekort, liefde en angst, trouw en verraad, schaamte, vriendschap en vervulling. Een boek voor iedereen met een vaag onbehagen over de kwaliteit van een leven dat vooral materieel is en gericht op meer in plaats van beter.
Erik van Zadelhof (Den Haag, 1958) heeft met dit debuut een origineel boek geschreven, dat voortdurend wisselt tussen hogere dimensies en alledaagse trivialiteit.
