Kasja en Lennart zijn al zo lang samen dat hun relatie een gewoonte is geworden. Alles is routine, en sinds het ongeluk van
zijn zusje kan Lennart ook niet veel meer dan dat opbrengen.
Zijn zusje is van drieëntwintig meter hoog uit een boom gevallen
en ligt in coma. Een zelfmoordpoging, wordt er gefluisterd, maar
Lennart weet dat zij iets op het spoor was, iets onheilspellends in
de bodem van het bos, tussen de wortels en het ondergrondse
schimmelnetwerk. Terwijl Lennart verstrikt raakt in het web dat
zijn zusje bijna fataal werd, verliest Kasja zich in een vurige
affaire met Charles Ubbink, een projectontwikkelaar die in niets
op Lennart lijkt. Ze ontmoeten elkaar steeds in een verlaten
vakantiepark dat door Ubbink zal worden verbouwd tot luxe
resort, maar vooralsnog wordt overwoekerd door de natuur.
Met De kuil schreef Laura van der Haar opnieuw een niet weg te
leggen roman. Haar taal bruist en sprankelt en met groot vertelplezier bouwt ze de spanning op — tot de ijzingwekkende apotheose in het bos.