Meer dan veertig jaar heeft Sjaak Jansen gewerkt bij het Ministerie van Justitie, thans Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het moment is aangebroken dat hij het stokje overdraagt aan het jong aanstormend talent en zelf van zijn welverdiende pensioen gaat genieten.
Sjaak heeft zich in al die jaren met dossiers op tal van rechtsgebieden beziggehouden, maar de meeste faam heeft hij toch gemaakt op het terrein van het personen- en familierecht. Of het nu ging om vraagstukken van afstammingsrecht (het rechtsgebied dat regelt wie je vader en je moeder zijn en hoe je daar weer vanaf komt), de juridische problematiek van transseksuelen, kwesties van ouderlijk gezag en omgang, de positie van volwassenen die niet in staat zijn hun eigen belangen behoorlijk waar te nemen, de jeugdzorg of de modernisering van de Wet op de lijkbezorging. Sjaak is van alle markten thuis en heeft met bewonderenswaardige creativiteit en volharding het familierecht de eenentwintigste eeuw in geholpen.
In deze bundel staan tal van collegas, vrienden en bekenden met een persoonlijk woord stil bij de mijlpaal van het bereiken door Sjaak van de pensioengerechtigde leeftijd.
In het septembernummer 2011 (aflevering 9) van het Tijdschrift voor familie- en jeugdrecht (FJR) zijn inhoudelijke bijdragen opgenomen. Deze speciale uitgave is gewijd aan het afscheid van de man die ook jarenlang het boegbeeld van FJR is geweest. De Special Sjaak Jansen bevat bijdragen van Kees Blankman, Sylvia Wortmann, Jeanette Kok, Myriam de Bruijn-Luckers, Evert Geuzinge en Werner Schütz.